Proposities
Ik werk met een breed toepasbare, academisch onderbouwde en pragmatische methode om veerkracht te versterken. In het eerste gesprek gaan we in op het vraagstuk. Doelstellingen, interventiemogelijkheden, beperkingen en verwachtingswaarde vormen de agenda. Onderstaande denk- en werkwijze vormen een kader:
Veerkracht gaat over ontwikkeling van aandacht, realiteitszin en hoop. Mensen dragen in het heden ook het verleden en de toekomst in zich. Al deze perspectieven hebben waarde.
Veerkrachtige organisaties richten zich op hun probleemoplossend vermogen in plaats van op hun problemen. Dit impliceert een integrale in plaats van resultaatgerichte benadering.
Het gaat er niet om wat een organisatie wil, maar om wat deze in de context kan. Niet alles is maakbaar. We werken daarom niet aan competenties maar aan capabilities.
Pas als een tegenslag positief in het verhaal kan worden ingepast, ontstaat veerkracht. Om het verhaal aan te kunnen passen, werken we aan auteurschap en niet aan eigenaarschap.
Een experimentele benadering is ‘lerend’ in plaats van ‘wetend’. Een experiment mislukt nooit, tenzij je het niet evalueert en ervan niet leert. Meting ondersteunt leren en ontwikkelen.
Experimenten hebben intenties, een academisch fundament en staan in een filosofische traditie of paradigma. We selecteren pragmatisch: van welke interventie verwachten we het meest?